Princetonlaan 8a, 3584 CB, Utrecht landac.geo@uu.nl +31 30 253 13 63

Online (Dutch): UU Studium Generale lezing ‘Land te koop’

Annelies Zoomers (IDS Utrecht University/ Chair of LANDac) and Barbara van Paassen (Hoofd beleid en campagne ActionAid) gaven op 24 februari een lezing in het kader van de UU Studium Generale reeks over voedselzekerheid. De lezing is online terug te zien via deze link: https://www.sg.uu.nl/nieuws/2016/land-te-koop

 

Hieronder een blog over de lezing, van Rick Berends, programmamakers Studium Generale:

Land te koop

Veel ontwikkelingslanden hebben de verkeerde keuze gemaakt door hun land te verkopen aan buitenlandse investeerders. De rampzalige gevolgen hiervan zijn nu te zien in Ethiopië.
Er komt een hongersnood aan in Ethiopië. De komende maanden zullen miljoenen ondervoed raken. Tegelijkertijd stuurt het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitnodigingen rond aan zakenlui voor een handelsmissie naar het land. Daarin zetten ze Ethiopië neer als ‘land of opportunities’. Hoe kunnen deze twee pijnlijke waarheden naast elkaar bestaan?

TULPEN UIT ADDIS ABEBA
De voedselzekerheid is laag in Ethiopië. De landbouwgrond die er is, wordt niet gebruikt voor het verbouwen van voedsel, maar voor bloemen of oliepalmen. En als er grond gebruikt wordt voor het verbouwen van voedsel, dan is dit voor de export. De oorzaak hiervan ligt in de ‘global landrush’ die in 2008 ontstond.

Prof. dr. Annelies Zoomers (Ontwikkelingsstudies, UU) legt in de serie Voedsel voor morgen uit wat er gebeurde. Door stijgende olieprijzen, droogtes en toenemende vraag vanuit Azië stegen de voedselprijzen hard in korte tijd. Zoomers: “Landen met veel kapitaal maar weinig landbouwgrond zoals de Golfstaten, Zuid-Korea, Japan en China begonnen zich zorgen te maken over het onderhoud van hun bevolking. Er ontstond een grote stroom van investeringen vanuit die landen richting Afrika om zelf voedsel te gaan verbouwen op land wat door de lokale bevolking niet productief werd gebruikt.”

Een nieuwe vorm van ‘offshore landbouw’ dus, waar ook de Europese landen en de Verenigde Staten aan meededen. Het ging hierbij om miljoenen hectare grond. Ethiopië was niet het enige land in Afrika waar deze investeringen plaatsvonden. Ook in Tanzania, Mozambique en Ghana werd land opgekocht. Op deze grond kon geen voedsel voor de eigen bevolking verbouwd worden met voedselonzekerheid als gevolg.

Zo komt het dat Nederlandse bedrijven bloemen telen in Ethiopië. Maar ook onze vraag naar biobrandstoffen voor groene energie en investeringen in natuurbehoud vertaalden zich naar ‘land grabbing’, het opkopen van land in ontwikkelingslanden door buitenlandse investeerders. Bijvoorbeeld voor het verbouwen van oliepalmen om biobrandstoffen te produceren. Wat duurzaam is voor het klimaat, is dus niet per se goed voor de mens. De ‘opportunities’ waar het Ministerie van Buitenlandse Zaken over spreekt, kunnen dus andermans ramp betekenen.

LEGAAL MAAR UNFAIR
De term ‘land grabbing’ klinkt negatief. Het lijkt op ‘grijpen’ misschien zelfs op ‘stelen’. Maar Zoomers nuanceert dit beeld en benadrukt dat overheden zoals die van Ethiopië zelf gekozen hebben voor deze strategie: “Wat wij ‘land grabbing’ noemen is het gevolg van beleid dat daar werd gevoerd.” De Ethiopische overheid kampte met een snelgroeiende bevolking en gebrek aan werkgelegenheid. Ze hoopten met de verkoop van grond meer economische voorspoed te brengen. En er is verbetering in de situatie. De Wereldbank heeft landgebruik hoog op de agenda gezet en er zijn richtlijnen en afspraken gemaakt. Het gaat dus te ver om te spreken van nieuw kolonialisme.

Bovendien is de urbanisatie een sterke kracht in landen als Ethiopië, Tanzania en Ghana. Mensen willen naar de stad. Die breidt uit en door die uitbreiding wordt landbouwgrond opgeslokt. De stad wordt dus ook ‘land grabber’. In de stad is echter te weinig werkgelegenheid. De baantjes zijn tijdelijk en slecht betaald, zodat de voedselonzekerheid in stand blijft.

LAND IS LEVEN
Barbara van Paassen, hoofd van Beleid en Campagne bij ActionAid, illustreert de ontwikkelingen met een persoonlijk verhaal. Halima uit Tanzania verloor haar land aan Sun Biofuels, een Engels bedrijf dat biobrandstoffen produceert. Ze kon haar kinderen niet meer voeden en ze niet meer naar school sturen. Van Paassen benadrukt: “Land is leven. Als dat wegvalt is de impact daarvan enorm.”

Maar er is wat aan te doen. Het belangrijkst, stelt Van Paassen, is dat de lokale gemeenschappen goed geïnformeerd en betrokken worden bij beleid: “Nothing about us, without is” vat ze het in een slogan samen. Zelf kun je indirect helpen. Consumeer minder dierlijke producten, omdat hier de meeste landbouwgrond voor nodig is. Dat is deel van de oplossing op de lange termijn. Zoomers voegt hieraan toe dat er ook direct actie moet komen, niet van consumenten maar van overheden. Anders is het voor Ethiopië te laat. Liever geen handelsmissie dus, maar hulp.

Bekijk de lezing ‘De een zijn brood’. Volgende week in deze serie: ‘Verandering van bovenaf’. Moet de VN meer macht krijgen om de wereld te verduurzamen? En hoe balanceer je als politicus tussen idealisme en pragmatisme?